1e Termijn commissie SOB 29 november

Commissie Stedelijke Ontwikkeling en Beheer (SOB)

maandag 29 november 2021 (Online)

1e Termijn Valkenburgse VVD: Bianca Rooding-Eurlings


5) Instellen gemeentelijke adviescommissie / Bianca
Voorzitter, aanwezigen,
Over deze raadsnota hebben wij nogal wat vragen, die wij vooraf aan de wethouder hebben gestuurd om de pauzes in deze digitale sessie zo kort mogelijk te houden.

Het zijn zowel algemene vragen als vragen die direct betrekking hebben op de raadsnota.

- komt er nog een verordening op de adviescommissie?
- is de rol van de adviescommissie omschreven in het omgevingsplan?
- het college kan de nieuwe gemeentelijke adviescommissie om advies vragen. Hoe kunnen de twee petten worden gescheiden als een lid van het college in de adviescommissie zit?
- de minister van OC&W heeft het recht van advies of instemming bij een complexe wijziging van het rijksmonument. Waar wordt dit vastgelegd?
- de hoeveelste benoeming van de huidige stadsbouwmeester wordt het als we instemmen met deze raadsnota? De nog vigerende woningwet spreekt namelijk enkel van een eenmalige benoeming. Dus naar onze mening kan een herbenoeming niet. Graag uitleg.
- we vragen ons nog steeds af hoe één stadsbouwmeester voor vier gemeenten, die zo verschillend zijn als de vier genoemden, toch één visie gelijke visie voor alle vier de gemeenten kan hebben.
- de stadsbouwmeester adviseert ook over andere bouwwerken dan monumenten. Wij willen uitdrukkelijk de adviesrol van de commissie beperken tot het adviseren van aanvragen om een omgevingsvergunning voor rijksmonumenten. En verder niets.
- de Omgevingswet bepaalt dat in de adviescommissie monumentendeskundigen worden benoemd. Zijn dat de voorgestelde en met naam genoemde personen? In de huidige monumentencommissie bestaat het bestuur uit 4 personen, uit elke gemeente een collegelid. Dan worden nog een aantal mensen met naam genoemd en is er ook de mogelijkheid om andere adviseurs op esthetisch vlak in te schakelen. Zijn dat dan vaste adviseurs? Of ad hoc? En als dat zzp-ers zijn wat gaat ons dat kosten?
-Uit hoeveel personen gaat de nieuwe adviescommissie bestaan? Voor ons is het niet duidelijk.
- er wordt verzocht om (onder punt 4) de stadsbouwmeester te benoemen als “lid” van de commissie. Wij zien hier liever “adviseur”. En met als taak te adviseren over de aanvragen om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit en desgevraagd daar waar  dat in gemeentelijke regels is bepaald en te adviseren over andere aanvragen met betrekking tot welstand/ esthetische voorschriften. Naar onze mening gaat dit de bevoegdheden van de commissie te buiten, nu deze enkel is ingesteld mbt rijksmonumentenactiviteit en niet met betrekking tot andere aanvragen. Graag uitleg.
- relatie met bestaand beleid. Hier is opgenomen dat in bepaalde gevallen het gewenst of zelfs vereist is aan diverse esthetische voorschriften/uitgangspunten te toetsen, zoals welstand, monumentenzorg, stedenbouw en/of landschappelijke inpassing. Waar kan de burger deze informatie snel vinden?
- als doelstelling wordt opgenomen om daar waar vereist of daar waar gewenst. Dat is nogal vaag vinden wij.
- per plan zal worden bepaald of/welke adviseurs van de commissie worden ingeschakeld – wie bepaalt dat?
- er wordt voorgesteld om de huidige leden van de monumentencommissie disctrict Mergelland te benoemen tot lid van de commissie met adviestaak. Wat als er een lid stopt of vervangen moet worden, wordt dit dan aan de raad voorgelegd?
- is de stadsbouwmeester in dienst van de gemeente? Zo ja hoe zit het dat met het feit dat in het algemeen een wettelijk adviseur (een persoon die of college dat op grond van een wettelijk voorschrift adviseert over een door een bestuursorgaan te nemen besluit) niet werkzaam mag zijn onder de verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan. De omgevingswet stelt als eis voor alle gemeentelijke adviesorganen dat leden van het gemeentebestuur daar geen deel van mogen uitmaken. Graag uitleg waarom dan toch voor deze constructie is gekozen.
We verwijzen naar de handreiking adviesstelsel omgevingskwaliteit en het dossier onafhankelijke advisering waarin twee voorwaarden voor onafhankelijkheid worden genoemd: 
1) de leden zijn onafhankelijk ten opzichte van het orgaan waaraan ze adviseren. Dit impliceert dat leden van het college van B&W en leden van de gemeenteraad geen lid kunnen zijn en dat de leden ook niet in dienst zijn van het orgaan waaraan ze adviseren;
2) de leden zijn onbevooroordeeld ten opzichte van het plan waarover ze adviseren.
Veel gemeenten vinden de inbreng van burgers bij de kwaliteitsadvisering waardevol. Burgers verrijken de advisering met hun gebiedskennis en zorgen mede voor draagvlak in de samenleving. Waarom is er voor gekozen om geen burgers te benoemen als lid of adviseur van deze commissie?
- is het een idee om twee commissies in te stellen? Bijvoorbeeld een commissie voor omgevingskwaliteit van bouwwerken en een monumentencommissie? Waarbij zij opgemerkt dat alleen de commissie die adviseert over rijksmonumentenactiviteien de status van gemeentelijke adviescommissie kan krijgen.
- bij de instelling van de nieuwe gemeentelijke adviescommissie kunnen leden van de bestaande adviescommissie worden benoemd. Daarbij kan de einddatum van hun huidige zittingstermijn worden overgenomen of een nieuwe einddatum worden vastgelegd. De omgevingswet noemt geen maximale zittingstermijn. Voor leden van de welstandcommissie geldt tot het inwerkingtreden van de Omgevingswet een wettelijk bepaalde termijn van drie jaar met een eenmalige mogelijkheid tot verlening met nog eens drie jaar. Wordt dit nog ergens vastgelegd? Waarbij de continuiteit gewaarborgd dient te worden door niet de gehele commissie in één keer te vernieuwen.
- het advies van deze commissie is niet bindend, maar wel zwaarwegend, het college kan het advies gemotiveerd naast zich neer leggen. Bij de aanvragers dient duidelijk te zijn dat een second opinion mogelijk is, een procedure die door de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit wordt aangeboden.
- Ook dient duidelijk te zijn dat als het gaat over een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch rijksmonument de gemeentelijke adviescommissie hierover niet kan adviseren omdat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap recht van advies en instemming heeft. (verdrag van Valletta verplicht tot bescherming van archeologische monumenten);

- binnen de adviescommissie dienen leden deskundig te zijn op het gebied van cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratie, landschap en stedenbouw. Is dit hier het geval? Voldoen de leden qua profiel en het vereiste niveau qua opleiding, kennis en ervaring zoals opgenomen in de Handreiking Gemeentelijke Monumentencommissie van 2009? 
- wij zien graag het profiel van de leden van de adviescommissie uitdrukkelijk benoemd: het gewenste niveau van de deskundigen. Zijn de leden ingeschreven in het Register voor architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten?
- het oordeel dient onafhankelijk en deskundig te worden gevormd. Welke waarborgen zijn hiervoor vastgelegd?
Tot zover in eerste termijn

Met liberale groet,

Bianca Rooding-Eurlings
Fractievoorzitter VVD Valkenburg aan de Geul